Tekst
Een tekstcomponent regelt zowel de verschijningsvorm van de tekst maar ook de standaard informatie-eigenschappen (plaatslaag, -nivo en aspect).
Eigenschappen van de definitie
- De component bevat een verwijzing (code) naar een tekststijl. Deze bepaalt de verschijningsvorm van de tekst.
- De horizontale en verticale uitlijning van de tekst wordt vastgelegd.
- Een tekst bestaat uit een serie van maximaal 912 karakters, met willekeurige tekens. De tekens uit de uitgebreide of internationale karakterset (met ASCII-waardes hoger dan 127) kunnen worden gebruikt.
- De positie en richting van een tekst wordt gedefinieerd door een PCS. Bij een tekst kan echter ook worden opgegeven, dat de deze altijd horizontaal moet worden afgebeeld, ongeacht de verdraaiing van de tekening.
- Wanneer een tekstelement wordt gespiegeld, wordt de tekst-uitlijning omgekeerd, maar de tekstregel wordt normaal, niet gespiegeld, afgebeeld.
- Een tekst kan uit meerdere regels bestaan. Binnen een tekst worden de regels van elkaar gescheiden door een [Enter].
- Bij meerdere regels wordt de afstand tussen de regels automatisch aangepast aan de teksthoogte.
Eigenschappen van de plaatsing
- Een plaatsing van een tekstcomponent heeft dezelfde eigenschappen als een element Tekst of een element Referentietekst.
- Een uitzondering hierop is de horizontale en verticale uitlijning van de tekst. Deze is namelijk vastgelegd binnen het tekstcomponent en kan bij een individuele plaatsing niet worden aangepast.
Opmerkingen
- Wanneer een tekstcomponent wordt geplaatst dienen eerst de tekstregel(s) te worden ingevoerd.
- Binnen een tekstcomponent kunnen, in tegenstelling tot de tekststijl, de standaard informatie-eigenschappen (plaatslaag, -nivo en aspect) worden vastgelegd.
- Wanneer een tekstcomponent wordt geplaatst met het plaatsingspunt (PCS) en het richtingsbepalend punt op dezelfde positie, dan blijft de tekst ook horizontaal afgebeeld als de tekening verdraaid wordt.
Codetekst
De tekstregel kan, in plaats van gewone tekst, een speciale code bevatten. Bij het afbeelden van een codetekst in een component wordt bepaalde informatie getoond over de plaatsing van deze component. Het is dus alleen zinvol om codeteksten te gebruiken binnen een componentdefinitie, niet 'los' in een tekening.
Voor het gebruik van codetekst bestaan twee mogelijkheden:
- De eerste mogelijkheid is dat de tekstregel alleen maar codetekst bevat. De code moet dan op de eerste positie van de regel beginnen en de regel kan geen andere tekens meer bevatten.
- De tweede mogelijkheid is dat de codetekst onderdeel is van een tekstregel. Wanneer een codetekst onderdeel in van een tekstregel dan dient de codetekst verplicht tussen accoladetekens { } te staan, bijvoorbeeld {%1} o.i.d.
Voorbeelden:
- 'Oppervlakte {%2} m2' levert: 'Oppervlakte 202 m2'
- '{%2} m2' levert '202 m2'
- '%2 m2' levert '202', want de overige tekens worden dan genegeerd
Er zijn codes die beginnen met een '%'–teken, codes die beginnen met een '#'-teken en codes die beginnen met een '$'-teken. Hieronder worden deze toegelicht.
De volgende %-teksten zijn beschikbaar:
Code | Omschrijving |
---|---|
{%nD} | Tekeningnaam |
{%nL} | Bibliotheeknaam |
{%s} | Actuele systeemdatum en -tijd |
{%u} | Computer naam |
{%U} | Gebruikersnaam |
{%0} | Stuks |
{%1} | Lengte (m) |
{%2} | Oppervlakte (m2) |
{%3} | Inhoud (m3) |
{%Q} | Hoeveelheid |
{%4} | Netto |
{%5} | Bruto |
{%H} | Elementhoogte |
{%B} | Bouwlaag |
{%b} | Hoogte t.o.v. bouwlaag |
{%X} | X t.o.v. nulpunt model |
{%Y} | Y t.o.v. nulpunt model |
{%Z} | Z t.o.v. nulpunt model |
{%x} | X-afstand 1e en 2e controlepunt (bij een vormvast component met 2 of meer controlepunten) of X-afstand plaatsingspunt en 1e controlepunt (bij een vormvast component met 1 controlepunt) |
{%y} | Y-afstand 1e en 2e controlepunt (bij een vormvast component met 2 of meer controlepunten) of Y-afstand plaatsingspunt en 1e controlepunt (bij een vormvast component met 1 controlepunt) |
{%z} | Standaard plaatsingshoogte |
{%d} | Afstand 1e en 2e controlepunt (bij een vormvast component met 2 of meer controlepunten) of afstand plaatsingspunt en 1e controlepunt (bij een vormvast component met 1 controlepunt) |
{%D} | Hoek 1e en 2e controlepunt ten opzichte van plaatsingspunt |
{%R} | Hoek t.o.v. nulpunt model |
{%r} | Helling |
{%C} | Componentcode |
{%T} | Componenttype |
{%c} | Componentomschrijving |
{%m} | Fabrikant |
{%p} | Productlijn |
{%pn} | Productnaam |
{%I} | Componentnaam |
{%o} | Bestelcode |
{%V} | Materiaal |
{%e} | IFC entiteit |
{%k} | Elementklasse |
{%K} | Elementklasse: omschrijving |
{%F} | Brandwerendheid |
{%i} | Elementnaam |
{%l} | Dragend |
{%O} | Extern |
{%es} of {%g} | Systeem |
{%M} | Gespiegeld |
{%eg} | Geluidwerendheid |
{%ei} | Infiltratie |
{%eu} | U-waarde |
{%L} | Laag |
{%S} | Sublaag |
{%A} | Aspect |
{%N} | Nivo |
{%E} | Elementindex |
Formattering van %-codetekst
Codeteksten die een getal weergeven (1, 2, 3, d, D, f, H, Q, R, x, X, y, Y en Z) worden standaard afgebeeld met één decimaal en precies zo breed als nodig is. Hiervan kan worden afgeweken door een expliciete formattering achter de code op te geven, bijvoorbeeld: '%Q:9:2'. Het getal na de eerste dubbele punt bepaalt de lengte voor de gehele regel (inclusief de decimalen en decimale punt). De regel wordt van voren aangevuld met spaties tot deze lengte. De regel wordt niet van voren aangevuld met spaties wanneer dit getal de waarde 0 heeft. Het getal na de tweede dubbele punt regelt het aantal decimalen dat wordt weergegeven. Bij de formattering ':9:2' wordt de waarde 200.005 dus afgebeeld als 3 spaties gevolgd door '200.01'. Bij de formattering ':0:2' wordt de waarde 200.005 dus afgebeeld als '200.01'.
Naast de breedte en het aantal decimalen kunnen twee extra opties worden aangegeven: een "+" betekent: teken van de waarde altijd weergeven, dus niet alleen de -. Een "t" betekent dat het teken aan de achterkant van de waarde wordt opgenomen (Bijv 3600+).
Daarnaast is er een mogelijkheid om een uitzonderingstekst op te geven. Daarmee kan geregeld worden dat een tekst of waarde alleen verschijnt als de waarde afwijkend is. Bijvoorbeeld: een wastafel waarvan de hoogte niet op 850mm is. Voorbeelden:
- %Z:0:0:500|standaard geeft bij een waarde van 500: 'standaard'
- %Z:0:0:>500|te hoog geeft bij een waarde groter dan 500: 'te hoog'
- %Z:0:0:<500|te laag geeft bij een waarde kleiner dan 500: 'te laag'
- %Z:0:0:>=500|te hoog geeft bij een waarde groter dan of gelijk aan 500: 'te hoog'
- %Z:0:0:<=500|te laag geeft bij een waarde kleiner dan of gelijk aan 500: 'te laag'
- %Z:0:0:>500|te hoog|prima geeft bij een waarde op of onder de 500: 'prima'
- %Z:0:0:>500|te hoog| geeft bij een waarde onder de 500 geen tekst
- %Z:0:0:>500|te hoog|{%Z:0:0:<250|te laag|} geeft bij een bereik van 250-500 geen waarschuwing, daarbuiten wel
Als de waarde aan de rechterkant van de vergelijking een decimaal bevat (bijvoorbeeld 0.5), let dan op dat deze decimaal aan de linkerkant van de vergelijking ook in de formattering meegenomen is (bijvoorbeeld %Z:0:1 om de waarde af te ronden op 1 decimaal).
Codeteksten die een tekst weergeven (n, U, u) worden standaard precies zo breed als nodig is afgebeeld. Hiervan kan worden afgeweken door een maximale lengte op te geven, bijvoorbeeld '%U:4'. Een tekst die langer is wordt afgekapt, maar een tekst die korter is die wordt niet aangevuld met spaties.
Formattering van %M-tekst
Syntax: %M[:"tekst indien gespiegeld"[:"tekst indien niet gespiegeld"]] Standaard formattering :"M""" (als geen formattering is opgegeven)
Voorbeelden:
- %M => is eigenlijk %M:"M" => de tekst 'M' als ja en niets als nee
- %M:"ja":"nee" => de tekst 'ja' als gespiegeld en de tekst nee als niet gespiegeld.
- %M::"nee" => de tekst '' als gespiegeld en de tekst 'nee' als niet gespiegeld
Formattering van %n-tekst
Syntax: %nX[:P] [:D] [:N] [:E] Optionele formattering opties:
- [:P] volledig pad ('C:\Projects\PW41A\')
- [:D] naam directory ('PW41A')
- [:N] bestandsnaam ('Model')
- [:E] bestandsextensie ('.DRW')
Standaard formattering :N:E (als geen formattering is opgegeven) Voorbeelden:
- %nD => is eigenlijk %nD:N:E => levert dus 'Model.DRW' op
- %nL:P:N levert dus 'C:\Projects\PW41A\PW41A' op
Formattering van %s-tekst
Syntax: %s[formatteringsopties middels de karakters y, m, d, h, n en s] Formatteringsopties:
Optie | Resultaat |
---|---|
yyyy | jaar lange weergave ('2023') |
yy | jaar korte weergave ('23') |
mmmm | naam maand ('april') |
mmm | naam maand afgekort ('apr') |
mm | nummer maand evt eerst een nul ('04' of '12') |
m | nummer maand ('4' of '12') |
dddd | naam van de dag ('maandag') |
ddd | naam van de dag afgekort ('ma') |
dd | nummer van dag evt eerst een nul ('02' of '28') |
d | nummer van dag ('2' of '28') |
hh | uur in 24 uur systeem evt eerst een nul ('03') |
h | uur in 24 uur systeem ('3') |
nn | minuten evt eerst een nul ('07') |
n | minuten ('7') |
ss | seconden evt eerst een nul ('02') |
s | seconden ('2') |
Standaard formattering: %s[dd-mm-yyyy h:nn] (als geen formattering is opgegeven).
Voorbeelden:
- %s => is eigenlijk %s[dd-mm-yyyy h:nn] => levert '03-04-2023 15:07'
- %s[dddd d mmmm yyyy] levert 'maandag 3 april 2023'
Formattering van %es-tekst
Syntax: %es[index systeemdeel]
Tussen de punthaken wordt de index ingevuld van het systeemdeel dat getoond moet worden. Voorbeeld: bij een element met als systeem GroepA|SubgroepB|SubsubgroepC resulteert %es[1] in GroepA en %es[3] in SubsubgroepC.
Toepassen van formules
De codetekst %f biedt de mogelijkheid om op codeteksten die een getal weergeven (1, 2, 3, d, D, H, Q, R, x, X, y, Y en Z) een zelf te definiëren formule toe te passen, bijvoorbeeld vermenigvuldigen of delen met een bepaalde factor om de komma te verschuiven. Deze formule wordt gedefinieerd door deze tussen vierkante haken achter de %f tekst te zetten. De toegestane operatoren binnen de formule zijn identiek aan de mogelijkheden van de optie voor het toepassen van formules in invoervelden. Een codetekst kan binnen een formule worden gebruikt door deze tussen accolades te zetten.
Syntax: %f[formule met evt. daarin één of meer {%tekst} die in een getal resulteren]
Voorbeelden:
- %f[(112.54*{%1}) + 200]
- %f[{%1}*1000.0] geeft %1 weer in mm i.p.v. meters
Ten behoeve van sub- en superscript teksten bevatten de formules mogelijkheden voor afronden naar beneden (INT) en alleen het deel achter de komma (FRAC).
#-tekstcodes
Als gebruik gemaakt wordt van een tekeningdatabase, is het mogelijk de inhoud van databasevelden zichtbaar te maken in de Adomi-tekening. Een tekst die begint met het teken '#', gevolgd door een database-veldnaam, zal bij een geplaatste component vervangen worden door de inhoud van het databaseveld uit het record dat bij deze componentplaatsing hoort. Zie Database-eigenschappen voor meer informatie.
$-tekstcodes
Teksten die beginnen met het teken $, gevolgd door een getal van 1..9 zijn zogenaamde $-codeteksten (\$1..\$9). Deze codeteksten worden net als %-codeteksten in de componentdefinitie opgenomen. Bij %-codeteksten wordt de tekst automatisch door Adomi ingevuld (bijvoorbeeld '%C' wordt vervangen door de componentcode). Bij $-codeteksten dient bij de plaatsing van het component te worden vastgelegd door welke tekstregels de $-codeteksten vervangen moeten worden. Met het commando Statusinformatie (tabblad $-teksten) kunnen deze tekstregels worden vastgelegd. De componentplaatsing kan dan van maximaal 9 tekstregels worden voorzien, die bij het afbeelden de plaats van de teksten $1..\$9 innemen. Door bij de componenteigenschappen aan te geven dat het om een annotatie gaat, kan het aantal beschikbare $-tekstcodes worden uitgebreid naar 26.
Wanneer achter een $-codetekst in een component vierkante haken [ ] staan met daartussen een tekst dan wordt deze tekst als vraagstring getoond in de dialoog van het commando Statusinformatie (tabblad $-teksten).
Voorbeeld: $1[Naam opdrachtgever], dan verschijnt in de dialoog direct voor het invoerveld van de tekstregel behorend bij $1 in plaats van de standaard vraagstring '$1:' de tekst 'Naam opdrachtgever:'.
Wanneer de $-tekst niet direct in het component A zit maar een nesting dieper in component B dan kan de $-tekst toch vervangen worden door de bij de plaatsing van component A gedefinieerde tekstregels. Hiervoor moet de plaatsing van het component B in component A voorzien worden van de tekstregels '$1'..'$9'.
Combinaties van formules en andere speciale teksten
Binnen een formule kunnen ook $-teksten en #-teksten (databasevelden) worden opgenomen. Deze $- en #-teksten moeten met extra accolades {} worden omsloten.
Voorbeeld: "Waarde in m = {%f[{$1[Waarde in mm]}/1000]:0:3}"
De gebruikte $- of #-tekst moet natuurlijk wel een geschikte (numerieke) waarde opleveren voor de formule. Dit kan zelfs een %-tekst zijn, bijvoorbeeld door bij de plaatsing als $-tekst de waarde '{%2}' in te vullen (let op de accolades {...}).