Afdrukken

Functie

Met deze functie kunnen tekeningen, views en plots worden afgedrukt volgens opgegeven instellingen of standaard plotkaders.

Afdrukken van een plot

• Wanneer een plot één of meer geplaatste plotkadercomponenten bevat, dan zijn deze bepalend voor wat er wordt afgedrukt.
• Ieder plotkader wordt apart afgedrukt. Het is ook mogelijk om een selectieset van plotkaders af te drukken.
• Een plot wordt altijd afgedrukt naar PDF. Wanneer de plot één of geen plotkadercomponenten bevat, dan wordt afgedrukt naar een plot met de naam van de plot. Bij meerdere plotkaders kan gekozen worden of de plotkaders verzameld moeten worden in één PDF bestand. Zo niet, dan dient een mapnaam te worden ingevoerd. In deze map komt voor ieder plotkader een afdruk in een apart bestand te staan. De bestandsnaam is de naam van het plotkader.
• De onderlinge volgorde van de plotkaders wordt bepaald door de alfabetische volgorde van de namen van de plotkaders.

Afdrukken van een view

• Een view wordt altijd afgedrukt naar PDF. Deze naam dient te worden ingevoerd. Hierbij wordt de papiermaat bepaald door de maat van de kijkdoos, in combinatie met de schaal van de view.

Afdrukken van een tekening in 2D

• Als de tekening is ingesteld als standaardplot verschijnt een dialoog waarin wordt getoond op welk formaat en naar welke bestemming de plot standaard zal worden uitgevoerd.
• Klik op 'Ja' om te plotten volgens deze standaardinstelling. Klik op 'Nee', niet als standaardplot, om de huidige uitsnede te plotten volgens de huidige instellingen bij Afdrukinstellingen.
• Wanneer de tekening geen standaardplot is, of wanneer is gekozen om de tekening afwijkend te plotten, wordt de plotschaal gevraagd. Er verschijnt een kader op het beeldscherm, dat aangeeft welk gedeelte van de tekening op de plot zal komen als de verstekwaarde voor de plotschaal wordt bevestigd.
• Bevestig de verstekwaarde voor de plotschaal, of voer een andere waarde voor de plotschaal in.
• Als de schaal is gewijzigd wordt de tekening opnieuw afgebeeld, zodanig dat het hele plotkader zichtbaar is.
• Voer zonodig (bij direct plotten) het gewenste aantal kopieën in (maximaal 10), of de bestandsnaam (bij het plotten naar een bestand), of breek het commando af als het getoonde plotkader niet de gewenste uitsnede omvat.

Afdrukken van een tekening in 3D

• Afdrukken in 3D maakt een bitmapbestand van de afbeelding op het scherm op de hoogst mogelijke resolutie.
• Wanneer vooraf met het commando Fragment een uitsnede is bepaald of wanneer de huidige view een uitsnede bevat, dan volgt de bitmap deze uitsnede. Is dit niet het geval dan dient alsnog een fragment te worden ingevoerd die de uitsnede bepaalt. Wanneer geen fragment wordt ingevoerd, dan wordt de huidige schermuitsnede genomen.
• Vervolgens verschijnt een dialoog om de bestandsnaam en het bitmapformaat te kiezen. Wanneer het gewenst is dat echte lijnen met lijndiktes worden afgedrukt, gebruik dan een View.

Opmerkingen

• De voorgestelde plotschaal levert het grootst mogelijke plotkader op binnen de huidige zichtbare uitsnede. De voorgestelde waarde is dus alleen bruikbaar voor niet maatvaste ‘kladplotjes’. Meestal zal een standaard plotschaal worden ingevuld, zoals 1 : 100.
• Na het invullen van de plotschaal wordt de tekening in plotschaalweergave afgebeeld. Hierbij wordt het plotkader dat past bij de ingestelde plotschaal en papiermaat zo groot mogelijk afgebeeld. De in het zijkantmenu afgebeelde schaal is niet meer de schermschaal, maar de plotschaal. Deze wordt in rood afgebeeld om het verschil met de schermschaal te benadrukken.
• Bij het plotten wordt het scherm eerst leeggemaakt. Vervolgens wordt de tekening op het scherm opgebouwd, precies zoals deze wordt geplot.
• Als het commando wordt afgebroken, blijft de tekening weergegeven in plotschaal, inclusief plotkader. Het schermcentrum kan worden verschoven. Zolang de schermschaal niet wordt ingesteld, blijft de plotschaal actief. Als de tekening in deze toestand wordt opgeslagen, zal deze ook na opnieuw laden weer in plotschaal worden weergegeven.
• De plotschaalweergave kan ook geactiveerd worden door bij het commando Schaal een negatieve schaal op te geven. In dat geval wordt tevens de Doelschaal op een overeenkomstige waarde gezet.
• Het plotformaat en het plotkader in Adomi komen overeen met het echte papierformaat. Eventuele marges zijn afhankelijk van de mogelijkheden van het afdrukapparaat.
• Indien men tijdens het maken van een plot de Esc-toets indrukt, wordt de actie afgebroken. Indien mogelijk zorgt het programma ervoor dat er niets op papier komt.
• Wanneer er altijd maar één kopie blijkt te worden geplot, ongeacht het gevraagde aantal kopieën, heeft het gebruikte uitvoerapparaat of plotprotocol niet de mogelijkheid om automatisch meerdere kopieën te verzorgen.
• Teksten die op de plot, view of tekening aanwezig zijn, worden zodanig naar het PDF-bestand geëxporteerd, dat binnen de PDF-viewer op de tekstinhoud gezocht kan worden.