Sectie
Functie
Het invoegen van een sectie.
Werking
- Met deze functie kan een sectie toegevoegd worden aan een beginpunt of aan een andere sectie.
Opmerkingen
- Een stelsel moet uit minimaal 2 secties bestaan om als geldig stelsel aangemerkt te worden.
Instellingen sectie
- Sectie
- In dit veld staat het sectienummer.
- Lengte (m)
- Hier vult u de lengte van de sectie in.
- De lengte van de sectie kan maximaal 999 meter bedragen.
- Bij elke knoop kan het programma dan de diameter wijzigen
- Wanneer de lengte langer is dan 5 meter dan is het aan te bevelen om de lengte in meerdere secties te verdelen.
- Op deze manier maakt u optimaal gebruik van de optimalisatierekentechnieken van het programma en verkrijgt u een zo economisch mogelijk ontwerp.
- Strangbelasting
- De strangbelasting wordt gebruikt om aan te geven hoe groot de gelijktijdigheid is van een strang waar meerdere toestellen op zijn aangesloten.
- Een strangbelasting van 100% hoeft u niet op te geven.
- Per strang dient u de strangbelasting aan te geven.
- Voor de gelijktijdigheid verwijzen we naar de GAVO.
- Gebruikelijk is om een gelijktijdigheid van 80% in te voeren als er meer dan 3 verbruiktoestellen worden aangesloten.
- Voor toestellen (kooktoestellen) voert u de netto belasting direct in op het knooppunt.
- Voorbeeld: voor een belasting van 80% voert u de factor .8 in. De standaardinvoer is 1.
- Plaatselijk drukverlies:
- Deze functie maakt het mogelijk een vaste waarde voor het plaatselijk drukverlies in te voeren.
- Het plaatselijk drukverlies wordt veroorzaakt door weerstanden in toestellen en appendages.
- De druk geeft u op in mbar, van 0 tot 1000 is instelbaar.
- Voor een diameterafhankelijke weerstand, de dzeta-waarde, is het beter een appendage op te voeren.
-
Maximale stroomsnelheid - U kunt op twee manieren de maximale stroomsnelheid opgeven. Als eerste geeft u de in geheel het stelsel geldende maximale stroomsnelheid op bij de [gasmeter](430). Deze opgave geldt voor alle secties. - Op sectieniveau geeft u de uitzonderingen op deze standaard sectie-instelling. - De stroomsnelheid kunt u opgeven tussen de 1 en 99 m/s. - Gebruikelijk is om voor binnenleidingen een maximale snelheid aan te houden van maximaal 15 m/s, voor terreinleidingen kan maximaal 20 m/s worden aangehouden. -
Reeks buizen - Hier wordt voor deze sectie vastgelegd, afwijkend van de standaard sectie-instellingen, uit welk buizenbestand bij de berekening gekozen moet worden. - De standaardinstellingen van de sectie worden gedefinieerd bij de [gasmeter](430). -
Buis - Voorselectie van de buisdiameter voor deze sectie. - De voorselectie van de buisdiameter wordt gebruikt om vooraf een gewenste buisdiameter op te geven. - Het programma houdt rekening met uw keuze. - Als echter in relatie tot het toegelaten drukverlies, snelheid en capaciteit de voorselectie niet mogelijk is - een te kleine diameter - dan wordt uw keuze genegeerd en zal het programma de gewenste diameter tonen. - Berekende waardes
- Onder de berekende waardes op het tabblad Sectie staan alle rekenresultaten voor de geselecteerde sectie.