Materialenbibliotheek

Functie

Content bieden voor het opbouwen van componenten tot producten. De manier waarop de materialenbibliotheek en de materialen die zich erin bevinden zijn opgebouwd, wordt op deze pagina toegelicht. Zie ook de Assistent-pagina's over de functie Materialen beheren en de nadere toelichting over de materiaalcomponent.

Indeling

De materialen in de bibliotheek zijn onderverdeeld in de volgende hoofdgroepen:

Deze hoofdgroepen zijn gebaseerd op de NAAM-groepen als aangegeven in NAA.K.T., dat door de BIM Basis ILS wordt geadviseerd als leidraad voor het indelen en de naamgeving van materialen. De met een sterretje gemarkeerde hoofdgroepen wijken daarop echter op de volgende punten af:

De hoofdgroepen zijn vervolgens onderverdeeld in subgroepen die zijn gebaseerd op de KENMERK-groepen als aangegeven in NAA.K.T. Om dezelfde reden als bij de hoofdgroepen, maar ook om andere redenen, zijn ook daar enkele verschillen aangebracht, die bij materialen per hoofdgroep zullen worden toegelicht.

Het T-gedeelte van NAA.K.T., de zogenaamde toepassingen als plaat, element e.d., zijn niet in de materialenbibliotheek opgenomen. Ook dit, vanwege de componentopbouw in Adomi, waarin die toepassingen juist op een hoger niveau worden gerealiseerd. Ze zullen binnen Adomi op het componentniveau van een product worden vastgelegd. Daarom zal ook de betreffende NAA.K.T.-omschrijving dus aan Abico-producten en door gebruikers aan hun eigen product-componenten moeten worden toegekend. Dit geldt uiteraard alleen voor producten die in een IFC-export over NAA.K.T.-informatie moeten beschikken.

Opbouw

Materiaalcomponenten zijn vlakvormige componenten (type 4) met vanuit Abico in de basis alleen aanroepen van één of zeven materiaalstijlen op laag 0 en alle nivo's. Betreft de inhoud één materiaalstijl, dan is die zichtbaar op alle aspecten; Indien er zeven materiaalstijlen zijn genest, dan staat iedere stijl op een verschillend aspect.

De gebruiker kan de materiaalcomponenten desgewenst wijzigen. Bijvoorbeeld om ze mee te laten werken in het door het bureau gehanteerde systeem van informatiescheiding en/of om er symbolische en/of functionele weergaven aan toe te voegen. Dit wordt verder toegelicht onder materialen aanpassen.

Plaatsen

Adomi kent de functionaliteit om vlakvormige componenten met dezelfde vormen en eigenschappen te kunnen plaatsen zoals die ook voor een materiaalstijl gelden.

Zo kan een vlakvormig component dus óók als polylijn geplaatst worden of als een volume, waarvan géén randen getoond worden (ook al hebben de geneste materiaalstijlen wel gedefinieerde randen). Ook kan het middels de plaatsingseigenschappen alléén in 2D of 3D zichtbaar worden gemaakt.

Hierdoor kan met één component voor een materiaal dus alle mogelijke (sub-)vormen gemaakt worden. En omdat de geneste inhoud en informatiescheiding maar op één plek hoeft te worden ingeregeld, is het onderhoud aan materiaalcomponenten minimaal.

Codering

Materiaalcomponenten en hun onderliggende stijlen, hebben allemaal een componentcode die begint met MTL. Op positie 4 (van de 8 posities waaruit een componentcode kan bestaan) staat vervolgens een specifiek karakter voor het component of het type stijl en de eventueel specifieke varianten daarvan. Zie nadere info codering voor een overzicht van deze karakters. Voor gebruikers die graag zoveel mogelijk met codes werken, is getracht om nog enige leesbaarheid en handigheid in de 4 resterende posities aan te brengen.

Bij de materiaalcomponenten alsmede de materiaal-, schaal- en visualisatiestijlen geldt daarom dat op:

Ook voor de codering van vlakstijlen is daarom een systeem opgezet, waarbij:

Zie nadere info vlakstijlen voor overzichten van herkenbare karakters in codes van vlakstijlen.

Voor lijnstijlen geldt in principe hetzelfde als voor vlakstijlen, maar zijn door een minder aantal instellingen makkelijker middels een code te beschrijven. Zie nadere info lijnstijlen voor overzichten van herkenbare karakters in codes van lijnstijlen.

Omschrijvingen

De omschrijving van een materiaalcomponent is opgebouwd uit vier deelomschrijvingen in de volgende notatie: hoofdgroep - subgroep, toepassing, specifieke variant. Voor de scheiding van delen van de omscchrijving gaat het specifiek om het eerste '-' en de eerste en tweede komma in de omschrijving. Er kunnen dus meerdere '-' en komma's in de volledige omschrijving voorkomen, maar die betreffen dan geen scheidingen van deelomschrijvingen meer.

De deelomschrijvingen voor de toepassing en de specifieke variant zijn zo gekozen dat ze zoveel mogelijk de lading dekken en consequent zijn (hetgeen niet betekent dat ze altijd precies hetzelfde zijn).

De deelomschrijvingen voor de meeste toepassingen zullen voor zich spreken, maar een aantal algemene omschrijvingen komen in meerdere subgroepen voor:

Indien bovenstaande toepassingen in een subgroep voorkomen, staan ze altijd bovenaan de lijst. De overige toepassingen zullen op alfabetische volgorde worden weergegeven. De omschrijvingen van een aantal bijzondere daarvan zullen bij materialen per hoofdgroep verder worden toegelicht.

Per toepassing begint de lijst met specifieke varianten meestal met de variant 'algemeen' (indien de lijst maar één variant beslaat, is dit altijd zo). Van de overige varianten zullen ook hier de omschrijvingen van de meesten voor zich spreken en zullen een aantal bijzondere gevallen bij materialen per hoofdgroep verder worden toegelicht.

Visualisatiestijlen zijn aan een specifiek materiaal of groep materialen gerelateerd. De omschrijving van een visualisatiestijl bestaat daarom uit:

Lijnschaalstijlen zijn aan een specifiek materiaal of groep materialen gerelateerd. De omschrijving van een lijnschaalstijl is daarom in principe gelijk aan die van een visualisatiestijl, maar wordt vooraf gegaan door 'aanzicht: ' dan wel 'snede: ' om lijnschaalstijlen snel te kunnen onderscheiden in die voor aanzicht en die voor snede. Filteren op basis van stijltype is in dit geval immers niet mogelijk.

Voor de omschrijving van vlakschaalstijlen geldt hetzelfde als voor die van de lijnschaalstijlen.

Lijnstijlen zijn niet aan een specifiek materiaal of groep materialen gerelateerd. De omschrijving bevat daarom geen verwijzing naar een materiaal, maar geeft informatie over de eigenschappen in een zo gebruiksvriendelijk mogelijke volgorde. Het is derhalve opgebouwd in de volgende notatie: lijn, kleur, lijntype dikte (in mm). Hieronder enkele voorbeelden die in de materialenbibliotheek te vinden zijn:

Zie nadere info lijnstijlen voor meer informatie.

Vlakstijlen zijn niet aan een specifiek materiaal of groep materialen gerelateerd. De omschrijving bevat daarom geen verwijzing naar een materiaal, maar geeft informatie over zoveel mogelijk eigenschappen, opdat de gebruiker op basis daarvan wel een vlakstijl voor de gewenste weergave kan kiezen. De omschrijvingen zijn zo bondig mogelijk gehouden, opdat uit die omschrijving valt af te leiden hoe de vlakstijl er in het model uit gaat zien.

Zie nadere info vlakstijlen voor meer informatie.

Weergave

In CAD-systemen hebben de meeste materialen verschillende weergaven, die ook nog eens voor meerdere doeleinden kunnen verschillen. Die weergaven kunnen in Adomi bewerkstelligd worden door aan het materiaal een stijl voor de aanzichtlijnen, snedelijnen, aanzichtvlakken, snedevlakken en/of de visualisatie toe te kennen. Voor de eerste vier hiervan geldt dat die per schaal ingeregeld kunnen worden. De visualisatie is echter op alle schalen gelijk. Heeft een gebruiker, vanwege meerdere doeleinden, voor één schaal meerdere weergaven nodig, dan kan daarvoor het materiaalcomponent worden aangepast, hetgeen zal worden behandeld onder materialen aanpassen. Hier worden alleen de vijf genoemde stijlen toegelicht:

In de materialenbibliotheek worden veel schaal- en visualisatiestijlen hergebruikt. Dat betekent dat ze dan worden aangeroepen door meerdere materialen. Dat kan alleen als ze zijn gedefinieerd als basismateriaal-stijl of als stijl voor een hoofdgroep, een subgroep of een toepassingsgroep. Schaal- en visualisatiestijlen die voor één specifieke variant zijn gedefinieerd, kunnen om die reden natuurlijk niet worden hergebruikt.

Materialen aanpassen

Reguliere aanpassingen van een materiaal worden beschreven in materialen beheren. Hier zullen daarom alleen de wat specifiekere en handmatige aanpassingen worden behandeld.

Aan materiaalcomponenten mogen ook bepaalde handmatige wijzigingen worden aangebracht. Om het materiaal nog wel met diverse Adomi-functies te kunnen bedienen, is het echter van belang dat de door Adomi geplaatste materiaalstijlen daarin wel aanwezig zijn. Deze mogen dus in geen geval worden verwijderd uit het component. De volgende handmatige wijzigingen aan een materiaalcomponent zijn wel toegestaan:

Aangepaste materiaalcomponenten en/of onderliggende stijlen kunnen worden opgenomen in een template, zodat ze niet bij ieder nieuw project opnieuw hoeven worden ingesteld.

Nadere info lijnstijlen

Omdat die eigenschappen ook middels vaste posities in een strikte codering zijn opgenomen, kan een lijnstijl zowel op basis van de omschrijving als van de code eenvoudig worden vervangen door een lijnstijl met één of twee andere eigenschappen.

8e karakter lijndikte (in mm)
MTL!???- 0.044
MTL!???. 0.063
MTL!???/ 0.09
MTL!???0 0.13
MTL!???1 0.18
MTL!???2 0.25
MTL!???3 0.35
MTL!???4 0.50
MTL!???5 0.70

Andere lijndikten kunnen desgewenst worden toegevoegd.

Nadere info vlakstijlen

5e karakter hoofdkenmerk van vlakstijl
MTL"! alléén vulling
MTL"0 lijnen onder 0 graden
MTL"1 lijnen onder 90 graden
MTL"2 lijnen onder 0 + 90 graden
MTL"3 lijnen onder 45 graden
MTL"4 lijnen onder 135 graden
MTL"5 lijnen onder 45 + 135 graden
MTL": stippels in verschoven rasterpatroon
MTL"; stippels (+ eventueel vezels) in willekeurig patroon
MTL"B vierkant
MTL"E raat
MTL"_ arceringen met afwijkende instellingen ten opzichte van bovenstaand

Omdat ook de karakters op positie 6 en 7+8 een strikte opzet hebben en op elkaar zijn afgestemd, kan bijvoorbeeld een vlakstijl met lijnen onder een hoek van 45° en een repetitie-afstand van 100, snel worden ingeruild voor een kruisarcering onder 45°+135° met verder dezelfde eigenschappen, door het 5e karakter '3' te vervangen door een '5' etc.

Wel is er onderscheid wat betreft de gedefinieerde lijndikte. De in de MTL-bibliotheek voorkomende lijndikten van lijnarceringen bedoeld voor aanzicht zijn:

6e karakter lijndikte van lijnarcering bedoeld voor aanzicht
MTL"?/ lijndikte 0.09
MTL"?0 lijndikte 0.13
MTL"?1 lijndikte 0.18

Arceringen met andere lijndikten en/of toegevoegde kleur-vullingen kunnen worden toegevoegd.

Al deze eigenschappen worden dus middels één karakter weergegeven als een eigenschappen-set. De in de MTL-bibliotheek voorkomende eigenschappen-sets van lijnarceringen bedoeld voor snede zijn:

6e karakter eigenschappen-set van lijnarcering bedoeld voor snede
MTL"?A modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?B modelmaat, relatief, spiegelen
MTL"?C modelmaat, absoluut (dus niet spiegelen)
MTL"?D papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?E papiermaat, relatief, spiegelen
MTL"?F papiermaat, absoluut (dus niet spiegelen)
MTL"?G vulling A + modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?H vulling A + modelmaat, relatief, spiegelen
MTL"?I vulling A + modelmaat, absoluut (dus niet spiegelen)
MTL"?J vulling A + papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?K vulling A + papiermaat, relatief, spiegelen
MTL"?L vulling A + papiermaat, absoluut (dus niet spiegelen)
MTL"?M vulling B + modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?N vulling B + modelmaat, relatief, spiegelen
MTL"?O vulling B + modelmaat, absoluut (dus niet spiegelen)
MTL"?P vulling B + papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?Q vulling B + papiermaat, relatief, spiegelen
MTL"?R vulling B + papiermaat, absoluut (dus niet spiegelen)
MTL"?S om-en-om met gestreept, modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?T om-en-om met gestreept, papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?U vulling A + om-en-om met gestreept, modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?V vulling A + om-en-om met gestreept, papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?W om-en-om met 0.35, modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?X om-en-om met 0.35, papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?Y vulling A + om-en-om met 0.35, modelmaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?Z vulling A + om-en-om met 0.35, papiermaat, relatief, niet spiegelen
MTL"?_ arceringen met afwijkende instellingen ten opzichte van bovenstaand

Arceringen met andere eigenschappen-sets kunnen worden toegevoegd. Omdat ook de karakters op positie 5 en 7+8 een strikte opzet hebben en op elkaar zijn afgestemd, kan bijvoorbeeld een vlakstijl met lijnen onder een hoek van 45° en een repetitie-afstand van 100 snel worden ingeruild voor een waarbij een vulling met kleur-merk A is toegevoegd, door het 6e karakter 'A' te vervangen door een 'G' etc.

Nadere info codering

4e karakter gereserveerd gebruik
MTL# materiaalcomponent
MTL0 materiaalstijl in geval van géén aspectgebruik
MTL1 materiaalstijl in geval van aspect 1
MTL2 materiaalstijl in geval van aspect 2
MTL3 materiaalstijl in geval van aspect 3
MTL4 materiaalstijl in geval van aspect 4
MTL5 materiaalstijl in geval van aspect 5
MTL6 materiaalstijl in geval van aspect 6
MTL7 materiaalstijl in geval van aspect 7
MTL$ lijnschaalstijl voor aanzicht
MTL% lijnschaalstijl voor snede
MTLP vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van géén aspectgebruik
MTLQ vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 1
MTLR vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 2
MTLS vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 3
MTLT vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 4
MTLU vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 5
MTLV vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 6
MTLW vlakschaalstijl voor aanzicht in geval van aspect 7
MTLH vlakschaalstijl voor snede in geval van géén aspectgebruik
MTLI vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 1
MTLJ vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 2
MTLK vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 3
MTLL vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 4
MTLM vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 5
MTLN vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 6
MTLO vlakschaalstijl voor snede in geval van aspect 7
MTL@ visualisatiestijl voor snede in geval van géén aspectgebruik
MTLA visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 1
MTLB visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 2
MTLC visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 3
MTLD visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 4
MTLE visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 5
MTLF visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 6
MTLG visualisatiestijl voor snede in geval van aspect 7
MTL! lijnstijl
MTL" vlakstijl
MTL_ kleurstijl

Karakters voor vrij gebruik:

4e karakter vrij gebruik
MTL8 materiaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 1)
MTL9 materiaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 2)
MTL; materiaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 3)
MTL< materiaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 4)
MTL= materiaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 5)
MTL> materiaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 6)
MTL& lijnschaalstijl voor aanzicht
MTL' lijnschaalstijl voor snede
MTLX vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 1)
MTLY vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 2)
MTLZ vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 3)
MTL[ vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 4)
MTL\ vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 5)
MTL] vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 6)
MTL^ vlakschaalstijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 7)
MTL( visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 1)
MTL) visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 2)
MTL* visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 3)
MTL+ visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 4)
MTL, visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 5)
MTL- visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 6)
MTL. visualisatiestijl (uit een door gebruiker te definiëren groep 7)

Begrippenlijst